Programma's 1982 - 1994

De regeerperiode van het eerste kabinet-Lubbers (1982-1986) werd sterk bepaald door de bestrijding van de economische recessie. Ondanks enig herstel in 1986 (zo nam de werkloosheid af), stond ook het verkiezingsprogramma Uitzicht. Samen werken voor morgen (1986-1990) grotendeels in het teken van nog te nemen noodzakelijke maatregelen op sociaal-economisch vlak. Mede door de CDA-inzet in de vorige kabinetsperiode, was het volgens de programmacommissie evenwel mogelijk om nieuw ‘uitzicht’ op betere tijden te scheppen. ‘Werk boven inkomen’ had onverminderd prioriteit om zo de werkloosheid verder terug te dringen. Het ‘aktieprogram’ sprak van een verzorgingsstaat die ‘geleidelijk uit zijn krachten is gegroeid’. In plaats van daarvan moest het CDA bij zijn beleid een verzorgingsmaatschappij voor ogen stellen, met opnieuw een grote verantwoordelijkheid voor de samenleving zelf: ‘Mensen moeten de kans hebben vanuit eigen visie en inspiratie de ontwikkeling van de samenwerking kleur en vaart te geven. Zodoende zal de maatschappij ook duidelijker met de consequenties van gevraagde voorzieningen worden geconfronteerd.’

De programmacommissie, onder leiding van verzekeringstopman Luck van Leeuwen, vermeldt in het voorwoord een opmerkelijke uitzondering. Commissielid Hans de Boer kon ‘op grond van zijn overtuiging ten aanzien van het atoom-pacifisme de artikelen terzake van de kernbewapening niet voor zijn rekening nemen.’

In 1988 verscheen de nota Op het spoor van de verantwoordelijke samenleving, waarin werd gepleit voor een beperking van de rol van de overheid en een grotere verantwoordelijkheid voor de burgers en maatschappelijke organisaties. Tijdens het debat binnen de partij bleek dat de eindconclusies voor een deel van de achterban te verstrekkend waren. Zo werd een resolutie aangenomen waarin nadrukkelijk werd vastgelegd dat het beschermen van de zwakken in de samenleving een overheidstaak bleef.

In navolging van de voorgaande programma’s sprak het verkiezingsprogramma Verantwoord voortbouwen (1989-1993) van ‘uitdagende tijden’. Centraal stond de term ‘maatschappelijke vernieuwing’, wat neerkwam op een ‘overgang van een overbelaste verzorgingsstaat naar een ander type sociale rechtsstaat en een samenleving’. Burgers en organisaties kregen daarin meer verantwoordelijkheden en de overheid moest zich sterker profileren op haar wezenlijke taken. In tegenstelling tot de focus op het sociaaleconomisch beleid in de voorgaande periodes spreekt dit programma, opgesteld door een commissie onder leiding van de econoom Jos Werner, expliciet over ‘milieubeheer’. Het milieubeleid wordt zelfs een hoofdpijler voor de komende kabinetsperiode genoemd, en gelijkwaardig gesteld aan de vraagstukken rondom werkgelegenheid, economische groei en het terugdringen van het financieringstekort.

In 1993 was er behoefte aan een herziening van het Program van Uitgangspunten uit 1979. Met veranderende machtsverhoudingen in de wereld, toenemende internationalisering, technologische vernieuwingen, milieuproblemen en demografische verschuivingen groeide het besef dat als het CDA een eigen bijdrage wilde blijven leveren aan de politiek, het oog moest hebben voor de veranderende omstandigheden. In het nieuwe programma bleven de vier kernbegrippen onveranderd; wel werden er andere woordkeuzes gemaakt dan in 1979. Door de veranderingen in de samenleving en politiek was er daarnaast behoefte aan een nieuwe duiding van de begrippen op thema’s als democratie, veiligheid en recht, werk en welzijn, zorgvuldig milieubeheer en de cultuur van verantwoordelijkheid.

 

Voorkant van het verkiezingsprogramma 1986
Verkiezingsprogramma 1986.
Foto van Hans de Boer als minister van CRM (1982)
De Boer als minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (1982).