1879 - 1980

Geschiedenis

In 1980 gingen de protestants-christelijke Anti-Revolutio­naire Partij (ARP), de Christelijk-Historische Unie (CHU) en de Katho­lieke Volkspartij (KVP) op in één partijverband, het Christen Democratisch Appel. De fusie was het sluitstuk van een toenaderingsproces dat tegen het einde van de negentiende eeuw, zo’n honderd jaar daarvoor, op gang was gekomen. Voor die tijd verkeerden de orthodoxe protes­tanten en katholieken op voet van vijandschap met elkaar. Para­doxaal genoeg gingen zij zich meer op elkaar richten juist in een periode waarin zij hun eigen identiteit sterker gingen benadrukken en zichzelf gingen organiseren, zowel maatschappelijk (in zuilen) als politiek (in fractie- en partijverband). Dat de onderlinge animositeit afnam, had veel te maken met het inzicht dat zij uiteindelijk een gemeen­schappelijke tegenstander hadden: de liberalen, die tegen financiële gelijkstelling waren van de bijzondere (christelijke) scholen met de openbare scholen. Protes­tanten en katholieken vonden elkaar in deze Schoolstrijd en zouden na 1878 (toen de liberale onderwijswet van Johannes Kappeyne van de Coppello werd aangenomen) politiek vaak gezamenlijk optrekken.