Maxime Verhagen

Maxime Jacques Marcel (Maxime) Verhagen werd in 1956 geboren in Maastricht. Hij studeerde geschiedenis in Leiden. Zijn politieke carrière begon met het lidmaatschap van de gemeenteraad van Oegstgeest voor het CDA en zijn baan als persoonlijk medewerker van het CDA-Tweede Kamerlid Piet van der Sanden. In 1989 werd Verhagen lid van het Europees Parlement. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 3 mei 1994 nam hij zitting in de Tweede Kamer, waar hij – net als het CDA – voor het eerst ervaring opdeed met oppositievoeren in de nationale politiek. Verhagen was woordvoerder buitenlandse zaken en asielbeleid. Hij was sterk betrokken bij de debatten over de VN-vredesmissies waaraan Nederland meedeed.

Vlak voor het aantreden van het eerste kabinet-Balkenende in juli 2002 werd Verhagen voorzitter van de Tweede Kamerfractie. Hij volgde Jan Peter Balkenende op, die premier was geworden. De coalitie van CDA, VVD en LPF kwam al in oktober 2002 ten val. In de kabinetsformatie die volgde na de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 22 januari 2003 voerde Verhagen met Balkenende voor het CDA de onderhandelingen. Beiden verheelden niet hun reserves om met de PvdA te regeren; het tweede kabinet-Balkenende dat uiteindelijk tot stand kwam bestond uit CDA, VVD en D66. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006 was regeringssamenwerking met de PvdA onvermijdelijk, zo moesten de beide CDA-onderhandelaars Balkenende en Verhagen constateren. In het vierde kabinet-Balkenende van CDA, PvdA en ChristenUnie werd Verhagen minister van Buitenlandse Zaken. Hij hechtte groot belang aan een goede relatie met de Verenigde Staten. In 2009 kwam hij in conflict met vicepremier Wouter Bos (PvdA), die wilde dat Nederland zijn bijdrage aan de missie in Afghanistan zou beëindigen. In februari 2010 leidde dat tot de val van het kabinet.

Nadat het CDA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni 2010 zwaar had verloren en politiek leider Balkenende was opgestapt, werd Verhagen opnieuw fractievoorzitter en daarmee politiek leider. Hij speelde een centrale rol in de formatie van het eerste kabinet-Rutte, dat bestond uit VVD en CDA en gedoogd werd door de PVV van Geert Wilders, waardoor het op een meerderheid in de Tweede Kamer kon rekenen.  Op het CDA-congres op 2 oktober 2010 dat moest instemmen met de samenwerking met de PVV, verdedigde Verhagen als onderhandelaar ferm de gedoogconstructie en kreeg hij een meerderheid van de verzamelde leden achter zich. In het minderheidskabinet-Rutte werd hij vicepremier en minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Met de val van dit kabinet in april 2012 kwam er een einde aan zijn politieke loopbaan. Verhagen nam sindsdien adviseurs- en lobbyfuncties aan en is sinds 2013 voorzitter van Bouwend Nederland, als opvolger van Elco Brinkman.

Verhagen staat bekend als een harde werker met een enorme dossierkennis. Loyaliteit en onderlinge solidariteit van de CDA-Kamerleden was voor hem belangrijk. Zijn steun aan de totstandkoming van de gedoogcoalitie met de PVV is met de wijsheid achteraf misschien een verkeerde inschatting geweest, als fractievoorzitter en als minister van Buitenlandse Zaken heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan de bestuurskracht van de kabinetten-Balkenende.

 

Foto van de aftrap van de CDA verkiezingscampagne met daarop Maxime Verhagen en achter hem ook Sybrand Buma
Aftrap van de CDA-verkiezingscampagne in 2010.
Foto waarop Verhagen geinterviewd wordt tijdens het CDA-congres in oktober 2010
Verhagen op het congres in 2010, dat uiteindelijk steun uitsprak voor het eerste kabinet-Rutte waarin Verhagen vice-premier werd.