De Eerste Kamerleden worden verkozen door de leden van de Provinciale Staten. Aanvankelijk bedroeg de zittingstermijn van de Eerste Kamerleden zes jaar en werd om de drie jaar de helft van de Eerste Kamer verkozen. Bij de grondwetsherziening van 1983 is die termijn teruggebracht tot vier jaar. Sindsdien worden ook alle leden in één keer gekozen.
Bij de Eerste Kamerverkiezingen van 6 juli 1977 was er in de provincie Zuid Holland voor het eerst sprake van een gemeenschappelijke CDA-lijst. In de aanloop naar de fusie deden ARP, CHU en KVP in toenemende mate als CDA mee aan de senaatsverkiezingen. Vanaf de op 2 juli 1980 gehouden Eerste Kamerverkiezingen nam het CDA in alle provincies als één partij deel.
Klik op [Tabel] om de gegevens te zien waarop deze grafiek is gebaseerd.
Jaar | Zeteltal |
---|---|
1977 | 24 |
1980 | 27 |
1981 | 28 |
1983 | 26 |
1986 | 26 |
1987 | 26 |
1991 | 27 |
1995 | 19 |
1999 | 20 |
2003 | 23 |
2007 | 21 |
2011 | 11 |
2015 | 12 |
2019 | 9 |
2023 | 6 |
Bron: G.G.J. Thissen, Parlement en kiezer, 82e jaargang, Deventer: Tjeenk Willink, 2000, 98-99 (tot en met 1980). En Parlement & Politiek (vanaf 1981).